Bezoek aan Museum De Bastei in Nijmegen en een historische stadswandeling door Nijmegen

  

door Jan Meulemeesters
Op 16 september 2022 maakten 17 leden van de Boekelse heemkundekring een uitstapje naar Nederlands oudste stad Nijmegen, naar museum De Bastei (geopend in mei 2018). Het museum is zo genoemd omdat daar in de Middeleeuwen een U-vormige verdedigingstoren, een bastei, heeft gestaan.
Op die plek aan de Waal werden bij opgravingen ook restanten van een oude Romeinse muur en middeleeuwse stadsmuren gevonden. Zo werd het museum een vreemde tegenstelling: naast de kop van een mammoet en een nagemaakte wolharige neushoorn in de kelder Romeins metselwerk en tufstenen; naast dieren uit de Ooijpolder op de eerste verdieping een kanon op houten wielen, dat een gevaar vormde voor schepen op de Waal maar ook voor de kanonniers (giftige kruitdamp); naast boeken over dieren ook schaalmodellen van de stad. Op de 2e verdieping wordt de vraag gesteld welk dier het meest onrecht wordt aangedaan in fabels en sprookjes. De wolf waarschijnlijk. Maar de combinatie van natuur en vesting roept een andere vraag op: gaat de afbraak van de natuur gelijk op met de opbouw van de rijkdom door de mens en de strijd om het bezit daarvan?
Bij de stadswandeling wierp een historicus een nieuwe vraag op: zijn vestingmuren een vloek of een zegen? De Romeinen zagen als eerste de strategische potentie van de (in de ijstijd gevormde) stuwwallen aan de Waal en latere Roomse keizers bouwden daarop voort. Rond 1400 was Nijmegen een welvarende stad door beheersing van de scheepvaart op de Waal. Maar het werd ook het doelwit van prins Maurits in de Tachtigjarige Oorlog, van de hertog van Gelre daarna en tenslotte in de Tweede Wereldoorlog. En de opeenhoping van mensen (en ongedierte) leidde tot pest en cholera.
Pas in 1874 gaf Den Haag toestemming tot de sloop van de stadsmuren. Op een poort in de stad staan de namen van drie rijken die ervan profiteerden door de grond buiten de muren op te kopen. De gids toont naast monumenten ook sociale woningbouw in de binnenstad: “Als student heb ik me verzet tegen plannen voor luxe winkelcentra hier; daar ben ik nu nog steeds trots op”.
Interessant, zeg dat wel.