Ongediertebestrijding

  
De muizenvallen in de heemkamer

Door Toon Wassenberg
Ongedierte is de verzamelnaam voor ongewenste beesten. Ongedierte bestrijden is tegenwoordig een gespecialiseerd vak, waarin professionals met certificaten op aanvraag of bij abonnement hun kunsten komen vertonen. Zelfs een simpel muizenvalletje moet aan wettelijke eisen voldoen. En wie met vergif wil werken zal er achter komen dat hij als simpele burger dat meestal niet eens mag kopen. Katten en honden mogen buiten op jacht, de mens veelal niet. Bij een duidelijke plaag is het dan al gauw: we bellen de gemeente wel. Om er dan achter te komen dat bijv. een steenmarter zodanig beschermd is dat je hem niet eens mag bestrijden. ‘MollenPietjes’ hebben hun vak zien professionaliseren. Net als wespennest-bestrijders.
In vroeger tijden wemelde het in boerenbehuizingen van de muizen en de ratten. De nabijheid van allerlei open toegangen tot voer en van open riolen had daar veel mee te maken. En in het veld stonden stromijten, met volle graanhalmen, te wachten op het moment dat boeren de tijd hadden om te dorsen. Ook was er soms handel in levende ratten, voor wie toegang had tot de inkoop van proefdiercentra voor de farmaceutische industrie in Oss. Die werden dan gewoon met de hand gepakt, tijdens het leegladen van een hoop mest. Dat die ratten, daar onder de hoorden van de kippen of in de varkenshokken, zich voor veel meer geld hadden volgevreten dan ze ooit konden opbrengen, daar werd overheen gepraat. Ook bij de burgerij waren in de achtertuin vele hokjes aanwezig voor wat kippen of een varken.
Onze voorouders beschikten over vele theorieën over het gedrag van muizen en ratten, waardoor vaak verschil van mening bestond over de juiste plek en het juiste moment om vallen te plaatsen, of wanneer je de gangen beter onder water kon zetten, of vullen met uitlaatgas. Die vallen werden vaak zelf gefabriceerd, of uit import gekocht in kramen op de veemarkten. In de heemkamer zijn allerlei vallen aanwezig van eeuwen her, soms bedoeld om dieren levend te vangen, soms om ze met een klap snel en efficiënt te doden, soms om ze te lokken met voer, al dan niet met vergif. Maar allemaal kunstig gefabriceerd. Soms zelfs voor vangst in de massa. In elk dorp waren ervaringsdeskundigen, waar men raad kon inwinnen over de beste techniek. Ook werden goed afgerichte hondjes ingezet, die zich eerst een avond op stal kwamen oriënteren, en de volgende avond gingen staan wachten bij de vluchtroute van de ratten en de muizen, om ze daar met een gerichte beet in serie te verdelgen.