Op maandag 7 september 2020 verzorgde Chris van Haandel een interactieve lezing over het Boekelse dialect. De dialectenlezing werd georganiseerd in samenwerking met Heemkundekring Sint Achten op Boeckel en bibliotheek “de Lage Beemden”.
Je hoeft maar “houdoe!” en “gij” (met een zachte g) te horen en je weet het: Brabants. Gelukkig zijn er nog veel mensen die het Brabantse dialect beheersen en spreken. Geen platte taal, geen boerse taal, maar een rijke taal. Veel rijker dan we op het eerste gezicht zouden denken. Waarom is onze moedertaal zo rijk? Waar liggen de moeilijk te horen fijne nuances? En als ik het wil opschrijven, wat dan? Wat is het verschil tussen een búkske en een bùkske? Dit zijn vragen die deze avond aan bod komen. En spreek je géén Brabants? Geen nood, de vertalingen worden erbij geleverd.
Spreker Chris van Haandel vertelde met gevoel voor humor en vol eerbied over het rijke dialect. De lezing was een dialectenmix van Brabants, Újes en Boekels. Door zijn samenwerking met de dialectgroep van de Heemkundekring Uden en het ‘Groowt Újes Dikte’ houdt Chris van Haandel zich zeer regelmatig met het Brabantse dialect bezig. Ook het Újes heeft hij inmiddels goed onder de knie, omdat Chris al meer dan 45 jaar in Uden woont. Natuurlijk krijgt het Boekelse dialect deze avond ook flink de aandacht, omdat Chris in Boekel geboren is en hier 23 jaar gewoond heeft. Chris: “Dan vergeet je die taal niet. Zeker niet, omdat er veel familieleden in Boekel wonen, die mij regelmatig herinneren aan het Boekels dialect.” Voor Chris geldt dus een kleine aanpassing aan het Boekels volkslied: “Allein in Boekel, Úje en Brabant he’k d’n aord.”