Peelvondsten en archeologie, een ongelukkige combinatie

  

De verbondenheid, en in vroegere tijden, de afhankelijkheid van de Peel voor ons dorp weerspiegelt zich al in de derde en vierde regel van ons volkslied “Dor wor de Peel in ’t zaand is bleve steke. Dor li ’n dorpke Boekel voran.

De Peel had voor onze vroegere bewoners een grote betekenis. De boeren haalden er hun plaggen voor de potstal, de schapenhouders hielden er hun kudden en alle Boekellaren hadden er hun turfveldjes voor de kachel.

In deze tijd is de Peel zoals hij ooit bestond, bijna niet meer voor te stellen. Het Peelgebied strekt zich uit van Grave tot Weert en van Venray tot Deurne. Voor Boekel begon de Peel al direct aan oostkant van het dorp. Hier begon een enorme grote kale onvruchtbare vlakte. Er waren bijna geen bomen, en bijna niemand woonde er.

Heel vroeger was het een ontoegankelijk gebied waar maar weinigen zich in waagden als men er niets te zoeken had. Door de vele moerasstukken moest je de juiste paadjes goed kennen. Een waar eldorado voor stropers, ontoegankelijk voor buitenstaanders. Mensen die er verdwaalden kwamen om in een de vele moerasputten.

Zo ook een Romeinse officier, een centurio, omgekomen in de Peel, zijn resten teruggevonden in juni 1910 met zijn gezadeld paard en zijn gouden helm. Gevonden door turfgravers. Destijds een unieke vondst die de landelijke pers zelfs haalde.

Over de Peel is zoveel meer te vertellen. De archeologie, de bodemvondsten en de exploitatie van het veen. Heemkundekring Sint Achten op Boeckel heeft Huub Kluijtmans op dinsdagavond 2 april a.s. uitgenodigd om er zijn lezing “De Peelvondsten en de archeologie, een ongelukkige combinatie” over te houden.