6e-generatie-bakker Van de Ven in Venhorst

  
Foto 1. De windmolen van Willem van de Ven en Hanna Maas in het Boekelse buurtschap de Logt in de zomer van 1907. Het gezin woont dan ca. 100 meter van de molen vandaan in een boerderij/café waar Willem in 1905 een bakkerij begint. Het ‘jaar 0’ van de historie van ‘Bakkersbedrijf Van de Ven’. Op de foto links van de wiek vader Willem met aan de hand oudste zoon Piet (*1904), rechts van de wiek een knecht, vóór de molen Hanneke Donkers met in de kinderwagen zoon Cor (1907), en op de voorgrond moeder Hanna met aan de hand dochter Anna (*1905).

Door Gerard van de Hei.
Er waren twee maandagmiddagen voor nodig; de eerste op 5 februari en de tweede op 4 maart. Zoveel belangstellenden en aanmeldingen waren er voor de voorjaarsexcursie naar bakker Van de Ven.
Ruud en medewerkster Yvon van Lankveld ontvangen ons met koffie en thee, en hoe kan het ook anders bij een bakker, met een heerlijk stuk gebak. In de inleiding vóór de rondleiding door de bakkerij, vertelt de 6e-generatie-bakker Ruud van de Ven ons over het ontstaan van het familiebedrijf. Zes opeenvolgende generaties bakkers, vanaf Martinus, via Cornelis, Willem, Cor, Wim, tot nu Ruud, hebben hun brood verdiend met het bakken van brood voor hun klanten.

De eerste generatie
Martinus van de Ven (1795-1864) was landbouwer én bakker in Nistelrode; zijn vrouw Catharina van Drunen (1795-1860) kwam uit een bakkersfamilie in Nistelrode.

De tweede generatie
Het jongste kind uit hun gezin van negen kinderen is Cornelis van de Ven (1842-1906). Die trouwt in 1867 met Johanna Driessen (1842-1875). Het echtpaar verhuist dan naar Lith, waar Cornelis broodbakker is, en ze krijgen daar vijf kinderen. Enkele dagen na de geboorte van de jongste overlijdt Johanna. Een jaar later verhuist weduwnaar Cornelis met zijn vijf kinderen, in de leeftijd van negen tot één jaar, terug naar Nistelrode, en worden de kinderen (blijvend) ondergebracht bij familie, iets wat in die tijd veel vaker voorkwam. De dan 4-jarige Willem gaat naar een zus van Cornelis, Maria Anna van de Ven, de vrouw van Nicolaus van der Sande, die molenaar, bakker en handelaar is in Boekel.
Cornelis werkt vervolgens zo’n 25 jaar als bakker en bakkersknecht in een achttal plaatsen in Oost- en West-Brabant en zelfs twee jaar in Wisconsin, Amerika. Hij overlijdt op 64-jarige leeftijd in het Liefdesgesticht in Veghel.

Foto 2. Het woonhuis met winkel en bakkerij in Venhorst, gebouwd in opdracht van Willem van de Ven in 1935. Het ‘jaar 0’ van de historie van ‘Bakker Van de Ven in Venhorst’. Het was het derde middenstandsbedrijf in het nog vrijwel lege dorpscentrum van St. Jozefpeel, de toenmalige naam van Venhorst. Op de foto zoon Cor (1907) die de bakkerij en winkel ging exploiteren (rechts), en zijn zussen Mien (*1916) links en Lies (*1919) in het midden.

De derde generatie
Zoon Willem van de Ven (1873-1947), het vierde kind van Cornelis en Johanna, groeit op bij zijn oom en tante in Boekel bij de molen in de Molenwijk (nu Gewandhuis). Hij werkt een paar jaar als molenaarsknecht in Bergharen. In 1902 huurt hij de windmolen in het Boekelse buurtschap de Logt, tegenover Huize Padua, en gaat onder in de molen wonen. In 1903 koopt hij de molen, en trouwt hij met Hanna Maas (1874-1913), een dochter van een molenaar uit Hernen. Zij krijgen zes kinderen. Ze wonen dan op de Logt vlak bij de molen in een oude boerderij met café, aan de weg Boekel-Handel, tegenover Huize Padua. Hier vraagt Willem in 1905 een vergunning aan voor “eene Brood, Koek en Kleingoed-bakkerij te Boekel in Wijk A, Nr 4, Logt. Kadastraal bekend Sectie F, Nr 960”. Vergunningaanvraag op 17 april, verlening op 16 mei. Het begin van ‘Bakkersbedrijf Van de Ven’.
In 1913 overlijdt zijn vrouw Hanna Maas op 39-jarige leeftijd en blijft Willem achter met vijf kinderen; het jongste kind was al eerder overleden. Twee jaar later trouwt Willem met Mie Verheijen (1882-1954), een dochter van een molenaar uit Milheeze. Ook zij krijgen zes kinderen.
Door een fout van de burgerlijke stand van de gemeente Boekel werd Willems familienaam bij zijn tweede huwelijk geschreven als Van der Ven, zodat de eerste zes kinderen Van de Ven heten, en de tweede zes Van der Ven.
In 1934 bouwt Willem in St. Jozefpeel, het latere Venhorst, een woonhuis met kruideniers-winkel en bakkerij, die in mei 1935 wordt geopend. Zoon Cor, het derde kind uit het eerste huwelijk, wordt er de winkelier en bakker. Het begin van ‘Bakker Van de Ven in Venhorst’.

Foto 3 boven. Het boek ‘Zes generaties warme toewijding – De geschiedenis van familiebedrijf Bakker Van de Ven’. Zie [2]. Het boek verscheen in een beperkte oplage; het ligt in de Heemkamer ter inzage.

De vierde generatie
Cor van de Ven (1907-1989) groeit op bij de molen en de bakkerij van zijn vader Willem van de Ven op de Logt. In 1935 begint hij het derde middenstandbedrijf van het dorpscentrum van Venhorst, een kruidenierswinkel en bakkerij. Cor trouwt in 1936 met Martina van Lankveld (1912-1960). Zij krijgen 12 kinderen. In 1949 wordt het bedrijfspand (bakkerij, winkel en woning) fors vergroot met een volledige verdieping erbovenop. In 1960 overlijdt zijn vrouw Martina en blijft Cor achter met 11 kinderen, in de leeftijd van 24 tot 6 jaar. In 1965 wordt het bakkersbedrijf overgedragen aan zoon Wim, de derde oudste in het gezin, en in 1972 gaat Cor op 65-jarige leeftijd met pensioen.

De vijfde generatie
Wim van de Ven (1939-1987) werkt vanaf zijn achttiende voltijds in de bakkerij van zijn vader Cor van de Ven. In 1965 neemt hij de bakkerij over. In 1966 trouwt hij met Gerda van Kreij (1940), en zij krijgen drie kinderen. Wim breidt het bakkersbedrijf verder uit.
Hij stopt met de kruidenierswinkel, en in de periode 1973-1977 wordt de bakkerij uitgebreid. Hij opent een winkelfiliaal in Uden in 1977, in Boekel in 1979, in Beek en Donk in 1981, en in Gemert in 1986. In 1987 overlijdt Wim op 48-jarige leeftijd.
Na het overlijden van Wim neemt echtgenote Gerda de leiding van het bakkersbedrijf over.

De zesde generatie
Dan komen we bij de huidige en zesde generatie ‘Bakker Van de Ven’: oudste zoon Ruud van de Ven (1967). Na zijn bakkersopleiding gaat Ruud in 1988 voltijds bij het bedrijf aan de slag. Eerst in de ‘productie’, en in de loop van de tijd steeds meer taken van zijn moeder overnemend. Een bijzonder jaar is 1997: de opening van een nieuw filiaal in Sint-Anthonis, en twee weken later in juni, een grote brand in de bak-kerij in Venhorst. De banketbakkerij brandt helemaal uit en er is veel waterschade in de broodbakkerij en het woonhuis. Met allerlei noodmaatregelen kan het bakken al weer vrij snel doorgaan, en wordt de bakkerij herbouwd en verbouwd naar de eisen van de tijd. In de zomer van 1999 is de oplevering en (her)opening.
In 2000 stapt moeder Gerda uit het bedrijf, en trouwt Ruud van de Ven met Anita Timmers (1971). Zij krijgen twee kinderen.
In 2005 bestaat de Venhorstse bakkerij 70 jaar. Bij historisch onderzoek gedurende dat jaar komt ook de bouwaanvraag en vergunning van Willem van de Ven uit 1905 boven water. Dus blijkt dan 2005 ook het jaar van het 100-jarig bestaan van ‘Bakkersbedrijf Van de Ven’ te zijn. Voor het aanvragen van het predicaat ‘Hofleverancier’ is het dan te laat, dat moet ruim een jaar van tevoren worden aangevraagd.
Het predicaat Hofleverancier kan op aanvraag worden toegekend aan bedrijven die in hun bedrijfstak een belangrijke plaats innemen in hun regio en daarnaast 100 of 125 (of een verder veelvoud van 25) jaar bestaan. Met het predicaat mag het bedrijf dan het koninklijk wapen voeren met daarbij de toevoeging ‘Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier’. Het is tegenwoordig een eretitel, waarbij het niet meer zo is dat de hofleverancier ook werkelijk goederen of diensten aan het hof levert. De aanvraag gaat via de burgemeester van de gemeente en de Commissaris van de Koning van de provincie, en de hele procedure duurt ongeveer een jaar. Er zijn zo’n 500 Nederlandse bedrijven die het predicaat Hofleverancier voeren. In de gemeente Boekel wordt Bakkerij Van de Ven in 2030 mogelijk het eerste. De nieuwe tijd stelt nieuwe eisen: een huisstijl; de winkels moeten regelmatig worden aangepast aan veranderend koopgedrag; het bedrijf profileren, ‘Bakker Van de Ven – dé Volkoren-specialist’; en nieuwe producten bedenken. Zoals een nieuwe vlaai ’t Boerinneke’, naar aanleiding van de deelname van een van de medewerksters aan de KRO-tv-serie ‘Boer zoekt vrouw’. En een nieuwe taart ‘de Oude Dame’, vernoemd naar de naam van de oude molen op de Logt. Eigenlijk had Ruud de taart ‘de Zwarte Dame’ willen noemen, zoals zijn grootvader de molen altijd noemde omdat die molen een zwarte oppervlaktebedekking had, maar hij heeft dat op advies van anderen niet gedaan, om mogelijke problemen te voorkomen met mensen die zo’n naam niet meer vinden passen in deze tijd.

Uitleg door Ruud in de broodbakkerij over de grondstoffen voor de verschillende broden.

Na de inleiding en enkele filmfragmenten over de zeven vestigingen, gaan we de bakkerij in. Aan de hand van een aantal broden en hoopjes meel laat Ruud ons de overeenkomsten en verschillen zien tussen verscheidene broden, zoals tarwebrood grof en fijn volkoren, bruin en wit, 11-zaden, spelt en roggebrood.
We zien en horen over de processen in de broodbakkerij en in de aparte ruimtes van de ‘droge’ en de ‘natte’ gebakbakkerij. Na dik twee uur besluiten we deze interessante en leuke excursie.

Bakkerij Van de Ven, en met name Ruud en Yvon, bedankt!

Bronnen:

  • Ruud van de Ven; mondeling.
  • Boek ‘Zes generaties warme toewijding – De ge-schiedenis van familiebedrijf Bakker Van de Ven’, bij gelegenheid van het 75-jarig bestaan in Venhorst, Venhorst, juni 2010; redactie Ruud van de Ven, Jef van de Ven, Ton Martens; 172 pagina’s.
  • Heemkundekring Sint Achten op Boeckel, archief, o.a. fotoboek Boekel zô âs ’t vruger waor.