Veemarktstok

  
Veehandelaar met veemarktstok

Door Toon Wassenberg
Onze voorouders waren geen wandelaars. Toch was er bij velen een typisch gevormde houten wandelstok als belangrijk onderdeel van de inventaris. Dat was de stok waarmee men op de veemarkt dieren kon opdrijven. Ook kon men met die stok voor een deel de kwaliteitsbeoordeling doen, door met gevoel op enkele plekken in de koeien te prikken. Die stok was dus onderdeel van de ‘Persoonlijke Standaard Uitrusting’ van de veekoopman. Daar hoorden verder bij: een lange stofjas, een paar grote klompen, een dikke portefeuille en een spijker voor de controle op ‘scherp-in’. (Scherp-in is het mankement dat een koe een scherp voorwerp heeft verorberd, dat vervolgens ergens in het spijsverteringskanaal een ernstig ontstekingsprobleem veroorzaakt. Dat is dan zodanig pijnlijk dat een koe anders reageert op een prik met een spijker op haar rug. Een dergelijke koe reageert daar nauwelijks op. Maar een koper krijgt dan te maken met een dier zonder waarde.)
De wandelstok, oftewel de veemarktstok, hing dan quasi nonchalant aan de arm die men niet nodig had voor het ritueel van de handslag. De koop werd met loven en bieden gesloten door als koper of als verkoper een prijs te noemen, waarna de tegenpartij zijn prijs noemde en een klap op de hand gaf, en bij akkoord de hand drukte. Dit handjeklap kon een tijd duren. Bij uitblijven van overeenstemming trok de afhakende partij de hand op de rug.
Op de veemarkt was er groot verschil in aanzien tussen kooplui. Een koe in de roes kopen (levend per stuk, zonder gegevens over gewicht), en ook nog voor de waarde, is niet iedereen gegeven; dat vereiste meer vakmanschap. Ook vanuit Boekel waren velen actief op de veemarkt van Den Bosch. Zo stond Henk v.d. Boom hoog aangeschreven voor zijn vakmanschap . Het viermanschap Bouwens-Tielemans-gebroeders Hanenberg wist een koppel koeien altijd optimaal in de rij te zetten.
Voor de oorlog werd vee op de veemarkt aangevoerd per schip vanuit Veghel. Later kwamen de vele karretjes in beeld. Den Bosch was lange tijd Europa’s grootste veemarkt, totdat in 2001 mond-en-klauwzeer een eind maakte aan deze vorm van verhandeling. Onverkocht vee mocht tot die tijd weer mee naar huis. Toen dat niet meer mocht, was de kracht van de markt verdwenen. En hing men zijn veemarktstok aan de wilgen.