Villa de Hanekamp aan de Daniël de Brouwerstraat

  
Villa de Hanekamp

Rijksmonument
De VILLA DE HANEKAMP werd rond 1890 gebouwd als dienstwoning in Neo-Renaissancestijl ten dienste van Huize Padua. De naam is ontleend aan de “Hanenkamp” te Handel, waar de broeders vanaf 1722 twintig jaar zouden wonen. Het pand dient heden als woonruimte voor de verpleegden te Huize Padua.

Omschrijving.
De tweelaagse villa telt vijf traveeën en heeft een rechthoekige plattegrond. Het pand heeft een omlopend schilddak met leien in rensdekking. Aan weerskanten bezit het pand een eenlaagse dwarse aanbouw, onder zadeldak met zwarte kruispannen. Het rechterdeel was gebouwd als koetshuis.

De gevels zijn opgetrokken uit machinale baksteen en voorzien van zandstenen speklagen en aanzetstenen. De plint is van hardsteen.

De hoeken en de middentravee worden geaccentueerd door lisenen met diamantkoppen en voluutconsoles in de gepleisterde kroonlijst. Een horizontale geleding vindt plaats door de doorgaande hardstenen dorpellijst van de vensters en de geprofileerde cordonlijst ter hoogte van de bodemplaat van het balkon. De schuifvensters bezitten een gedeeld onder- en bovenlicht. De vensters op de begane grond zijn voorzien van een strek met gewelfde bovenzijde. Deze bezit aanzetstenen en een diamantkop als sluitsteen. De schuifvensters en het bovenlicht van de balkondeuren op de verdieping zijn geplaatst onder een segmentboog, met dezelfde afwerking. Centraal bevindt zich een segmentboogportiek waarin zich een vleugeldeur bevindt. Het onderpaneel is voorzien van kussens en bewerkte duwstangen. Het bovenpaneel bezit twee verticale ramen met smeedijzeren sierroosters. Boven het portiek is een balkon geplaatst, voorzien van gietijzeren balusters en voluutvormige consoles. Op de vier hoekpunten van het dak staan baksteen schoorstenen. De achtergevel van het hoofdpand heeft een overeenkomstige indeling als de voorgevel, maar zonder portiek en balkon.

De bijhuizen staan iets terug. Het zadeldak steekt iets over en is voorzien van een bewerkte makelaar met dwarshout, een schijnspant. De zijden zijn gemetseld als lisenen doorgaand in een getrapt klimmend fries. Het rechterpand heeft aan de voorzijde getoogde inrijdeuren, waar boven een getoogd hijsluik is geplaatst. In de zijgevel is er een spinnekopraam en een zesruitsraam, de achtergevel bezit een paneeldeur en een rondraam. In het linkerpand is er op de begane grond een zesruits schuifvenster en er boven een gietijzeren rondraam. In de zijgevel bevindt zich een paneeldeur en een zesruits raam. De achtergevel heeft een zesruits raam en een rondraam.

Een gang met zwarte en witte marmeren tegels doorsnijdt het huis tot de tuindeur. Ter linkerzijde is er een kamer, rechts een kamer en suite. Al deze ruimtes, ook op de verdieping, zijn voorzien van stucplafonds met bloemmotieven. Achter de linkerkamer bevindt zich een dwarsgang die leidt naar de deur in het zijpand. Hierachter leidt een bordestrap naar de verdieping en zolder. De hoofdbaluster in zuilvorm is van notenhout, de overige balusters zijn van gietijzer met middendecoratie. De zolderverdieping is voorzien van een zware grenen kap met wasdroogplanken.

De voortuin van het huis is afgezet met een gietijzeren sierhek, voorzien van pijnappels en pijlpunten. Achter het huis bevindt zich een grote tuin, waarvan het gazon wordt omzoomd door monumentale beuken en kastanjes.

Waardering.
De villa is van algemeen belang. Het pand heeft cultuurhistorische waarde als voorbeeld van een geestelijke ontwikkeling, namelijk de bloei van orden en congregaties en hun rol in de gezondheidszorg en de charitas in het katholieke zuiden en is tevens van belang als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van de diesntwoning. Het is architectuurhistorisch van belang vanwege de stijl en de ornamentiek en de wijze waarop motieven uit de Neostijlen worden toegepast om de idealen van zorg en charitas uit te dragen. Het heeft ensemblewaarden vanwege de samenhang van kapel, klooster en dienstgebouwen. Het is in- en uitwendig gaaf gebleven.