Wecken

  
Weckketel

Op allerlei manieren hebben we in het verleden geleerd de houdbaarheid van levensmiddelen te verlengen. Ooit was daarvoor alleen zout beschikbaar. Al snel kwam daar fermentatie bij, op basis van alcohol of van melkzuur. In de 2e helft van de 18e eeuw ontwikkelde een Franse bakker, Nicolas Appert, de techniek om via verhitting, gecombineerd met luchtdichte afsluiting, vele soorten voedsel houdbaar te maken (‘appertiseren’). Het leger van Napoleon heeft er dankbaar gebruik van gemaakt. Hij verkocht zijn procedé aan een Zwitserse familie, die het later weer verkocht aan een slimme handelaar, Johann Weck, die er vanaf 1900 een industrieel succes van maakte. Zijn achternaam kennen we in het werkwoord ‘wecken’ nog terug. Vele oma’s in Boekel en Venhorst hebben op de huishoudschool of thuis geleerd hoe je groenten en fruit en ook vleeswaren in de glazen potten moest verwerken
Bij de jaarlijkse slacht van een varken werden meters verse worst op deze manier ‘ingemaakt’. En uit de moestuin gingen emmers vol bonen en erwten in de glazen potten. Ook kersen en pruimen konden zo tot de volgende lente bewaard worden.

Gevulde glazen weckpotten

Alle benodigde hulpmiddelen waren erbij: de steriliseerketel (weckketel), de thermometer, de glazen potten (weckflessen), de rubberen ‘stieken’, en de metalen klemmen. Alle kelders en provisiekasten stonden vroeger vol met het trotse resultaat van de nijvere huisvrouw. Tijdens de oorlog en in de wederopbouw beleefde het wecken een nieuwe hausse.
In onze tijd hebben koeling, diepvries, blancheren, en inblikken via de conservenindustrie veel huishoudelijke taken overgenomen. Maar slimme huisvrouwen en huismannen hebben de kennis om te wecken nog altijd in huis.

Door Toon Wassenberg